Monitoring

monitoring

De ontwikkeling van de natuurkwaliteiten in een nieuw natuurgebied moet goed in kaart worden gebracht. Daarom is er voor de gebiedsdelen in de Binnenveldse Hooilanden die in bezit zijn van Stichting Mooi Binnenveld en de Coöperatie Binnenveldse Hooilanden een gedetailleerd monitoringplan opgesteld.
Het monitoringplan is opgesteld in samenwerking met KNNV afdeling Wageningen, BLWG (Bryologische en Lichenologische Werkgroep), De Vlinderstichting, Weidevogelwerkgroep-Binnenveld Oost, IVN-Vogelwerkgroep Ede en KNNV-Vogelwerkgroep Wageningen.

De doelen van de monitoring zijn:
1. Inzicht geven hoe de natuurkwaliteit zich in het algemeen ontwikkelt
2. Voldoen aan de monitoringsverplichting die aan de provinciale SNL-subsidie voor het natuurbeheer is verbonden (zie hoofdstuk 2 van het plan)
3. Inzicht geven of het gevoerde beheer het gewenste resultaat oplevert en welke aanpassingen in het beheer nodig zijn.

Het plan beschrijft voor de volgende monitoring activiteiten gedetailleerd de aanpak:

  • Planten en Mossen in 21 permanente proefvlakken (PQ’s): jaarlijks.
  • Broedvogels BMP-A: twee- of driejaarlijks (nog nader te bepalen).
  • Weidevogels: jaarlijks.
  • Dagvlinders en Libellen in telroutes: jaarlijks.
  • SNL-soortkartering Flora en Dagvlinders/Sprinkhanen: zes-jaarlijks.
  • SNL-structuurkartering: zes-jaarlijks.
  • SNL-vegetatiekartering: twaalf-jaarlijks.

monitoring

Het streven is om de monitoring zo veel mogelijk door deskundige vrijwilligers te laten uitvoeren. Fons Koomen (Mooi Binnenveld) werkt met coördinatoren per soortgroep of monitoringsonderdelen.

Het volledige monitoringplan is hier te lezen

Het deel van Binnenveldse Hooilanden dat in eigendom is van Staatsbosbeheer wordt door Staatsbosbeheer zelf gemonitord. Hetzelfde geldt voor De Groene Grens, waarvoor de Gemeente Veenendaal de monitoring coördineert. RAVON monitort de amfibieën, vissen en reptielen.

Daarnaast zijn er met de Provincie Gelderland en Staatsbosbeheer afspraken gemaakt over de monitoring van belangrijke abiotische eigenschappen in het gebied zoals: grondwaterstanden, chemische samenstelling van grond- en oppervlaktewater en bodemchemie.

Zie voor de verschillende monitoring rapporten publicaties.