In 2020 heb ik samen met André Nagelhout naar nachtvlinders gekeken in de zuidelijke Groene Grens. We deden dat door de vlinders te lokken met sterke lampen die we voor een wit laken hingen, alsmede met een klein valletje met TL-buisjes en met stroop die we op bomen smeerden. Elke methode levert in principe andere soorten op dus ze vullen elkaar aan. Dat leverde het fraaie aantal van 234 soorten op, waaronder een aantal zeldzaamheden. Maar vlinders zijn mobiel dus het altijd de vraag of die soorten hier ook echt “thuis horen” of dat we te maken hadden met zwervers uit andere gebieden. Bovendien zijn we er maar een keer per maand op uit gegaan waardoor we soorten met een korte vliegtijd gemist kunnen hebben. Het is daarom nodig om het onderzoek gedurende een aantal achtereenvolgende jaren te herhalen.
In 2023 zijn we daarom weer het gebied in gegaan en dat leverde 78 nieuwe soorten op, waaronder de Geelbruine rietboorder (zie hiernaast), een vrij zeldzame en bedreigde soort die vooral in het westen van het land voorkomt. Deze vlinder is op twee verschillende data gezien, in twee kleurvarianten. De rups leeft in rietstengels en gezien de fraaie rietkragen in de Groene Grens zou hij hier zomaar een populatie kunnen hebben. De toekomst zal het uitwijzen. Gelukkig vonden we ook zeldzaamheden als de Kleine blokspanner (zie boven) weer terug, in behoorlijke aantallen. Toch misten er nog 90 soorten uit 2020, met name omdat er niet geïnventariseerd is in de maanden maart, april en oktober, dus meer onderzoek is nodig. Dat gaan we zeker doen, dit en volgend jaar.
Tekst: Maurice Franssen
Foto’s: André Nagelhout