Op 15 juni gaan elf mensen, onder begeleiding van gids Huub Löffler, op excursie om planten te kijken. Dat komt goed uit, want door de harde wind zijn er weinig vogels en (vliegende) insecten te zien. Wel veel planten gelukkig. Een dag eerder heeft Huub de route ook gelopen, en heeft hij zo’n zeventig plantensoorten gezien, waarvan twintig grassen.
We beginnen op de hoek Veensteeg/Nieuwe Steeg, waar net achter het hek een dode haas ligt. De ogen ontbreken en hij – of zij – heeft een paar wondjes. De haas laten we liggen, daar ontfermt de natuur zich wel over.
Zelf ben ik geen groot plantenkenner, maar ik kan wel enorm genieten van de details van planten. Natuurlijk als ze bloeien, maar zeker ook van het blad, de stengel, de vorm, de vele schakeringen groen. Het is fantastisch wat er allemaal te zien is. Je hoeft niet eens ver het gebied in, vanaf het begin is er veel te zien, waarbij het heel fijn is dat er een gids is die veel over de planten kan vertellen. Echte kamille, slipbladige ooievaarsbek, moeraswalstro. Wat verder in het veld staat de grote ratelaar in grote getale, een typische plant van hooiland. Het is een halfparasiet, wat betekent dat hij wel bladgroen heeft om in zijn energie te voorzien, maar door met zijn wortel een andere plant binnen te dringen zorgt deze voor bepaalde mineralen en water.
We zien ook orchideeën, rietorchis, gevlekte orchis en de vleeskleurige orchis. Het ‘vleeskleurige’ valt bij die laatste niet op, de bloemen zijn paars-roze.
Huub laat ons ook verschillende soorten uit de russenfamilie zien: pitrus, biezenknop, veldbies. Stuk voor stuk prachtige planten, we kunnen goed de overeenkomsten en verschillen zien van deze nauw verwante planten.
Speciaal voor de excursie hebben we toestemming gekregen om de vlonder op te gaan, hoewel deze vanwege het broedseizoen nog niet toegankelijk is. Ook hier orchideeën, brunel, moerasandoorn. Wat we niet zien zijn gentianen, deze staan verderop in het veld. Als je die wilt zien heb je meer kans tijdens een vrijwilligersdag…
Ik zal niet alle planten gaan noemen die we hebben gezien, met dank aan de aantekeningen van iemand anders weet ik ze wel. De enige die ik nog wel wil noemen is de stinkende kamille, die op de Nederlandse Rode Lijst van planten staat vermeld als zeer zeldzaam en zeer sterk afgenomen. Hier staat ze vrolijk te bloeien.
Wat ik het mooiste vind van de excursie is dat Huub de kracht laat zien van het kwelwater. Er is een buis aangebracht, als je die opendraait zie je de kracht waarmee het water vanaf de heuvelruggen omhoog wordt gestuwd. Krachtig, helder, schoon. Dat water is wat dit gebied zo bijzonder maakt, dankzij dit water – en het buitenhouden van verrijkt water uit de omgeving – groeien hier de planten die zich thuisvoelen in een moerassig gebied als dit.
Ook als je niet geïnteresseerd bent in planten (bestaan er mensen die dat niet zijn?) is het heerlijk om in het gebied te lopen. De vergezichten zijn fenomenaal, met de wolken die worden voortgedreven door de wind.
Tekst en foto’s: Jaap van ’t Riet