De laatste weken laat de koekoek zich weer goed horen in de Binnenveldse Hooilanden! Alleen het mannetje (zie foto’s) maakt dit karakteristieke ‘koekoek-geluid. Een vrouwtje produceert een soort giechel die weer sterk lijkt op het geluid van een sperwer.
Koekoeken leggen vanaf mei één of enkele eieren in de nesten van zogeheten waardvogels. Soorten als de kleine karekiet, graspieper, rietgors, heggenmus en gele en witte kwikstaart vormen tegenwoordig de belangrijkste onvrijwillige ‘pleegouders’. Een vrouwtjeskoekoek specialiseert zich op een bepaalde vogelsoort of -familie. De eieren lijken dan sterk op elkaar, waardoor de pleegouders de verwisseling niet door hebben.
Het vrouwtje haalt een ei van de waardvogel uit het nest en daarvoor in de plaats komt het eigen ei. Het koekoeksjong werkt de andere eieren of kuikens uit het nest. Zo heeft hij of zij het rijk alleen. Na zo’n 17-18 dagen verlaat het jong het nest en laat zich nog 2 à 3 weken voeren door de veel kleinere waardvogels.
De koekoek heeft het moeilijk. In heel West-Europa zijn we in enkele tientallen jaren misschien wel de helft van de koekoeken kwijtgeraakt. De oorzaken zijn nog niet helemaal duidelijk. In Nederland staat de koekoek op de lijst van bedreigde soorten als kwetsbaar.
Het voedsel van de koekoek bestaat grotendeels uit rupsen (vooral ook harige soorten!), aangevuld met insecten en ook wel eieren van andere vogels, zoals van de waardvogels. De harige rupsen zijn giftig en worden niet door andere vogels gegeten.
De koekoek overwintert in tropisch Afrika, zoals Congo en Angola, via een aantal tussenstops trekken ze daarheen. In Nederland keren ze terug rond half april. Volwassen koekoeken trekken weg na de eileg in juni/juli. Jonge vogels veel later, in september en oktober.
Bronnen: Vogelbescherming Koekoek en Vroege Vogels
Tekst: Fons Koomen
Foto’s: Gert Kaasschieter