Het is prachtig weer en nog lang niet alle grassen zijn uitgebloeid. Dat is lastig voor wie hooikoorts heeft. Gelukkig bloeit inmiddels ook het ogentroost. Het is een klein plantje met prachtige bloemetjes, waarvan al heel lang een extract wordt gebruikt als oogdruppels. De Groene Grens, een smal natuurgebied tussen Veenendaal en Ede, is een uitgelezen plek om ogentroost te ontdekken. In de Groene Grens Noord vinden we een massale groeiplaats van Kleverige ogentroost (zie foto boven).

Verder staan hier maar liefst drie soorten. De stijve ogentroost is klein met opvallende witte bloempjes en een lila zweem. De akkerogentroost is iets groter met trosjes van rozerode bloemen. Die staat alleen in randen van de natuurakkers aldaar, en is landelijk zeldzaam. De derde soort is het opvallendst, tot wel 40 cm hoog, met citroengele bloemen in de bovenste helft van de plant: kleverige ogentroost.

De drie soorten hebben een heel verschillende verspreiding over Nederland maar komen hier toch vlak bij elkaar voor. De kleverige is voor onze regio een nieuwkomer. Tot begin van deze eeuw kwam hij bijna alleen in Zeeland en Noord-Holland voor. Maar daarna heeft hij een opmars gemaakt naar nieuwe natuurgebieden met vochtige schrale grond. In de Groene Grens vind je hem best veel, en hij verspreidt zich mondjesmaat naar de Binnenveldse Hooilanden.
De ogentroosten zijn net als ratelaars en kartelblad halfparasieten. De wortels dringen door in de wortels van grassen en cypergrassen, en tappen daar mineralen en water af. Ze helpen zo mee om de overheersing van grassen tegen te gaan en andere kruiden meer kans te geven. Zo remmen ze de stuifmeelproductie, want als insectenbestuivers produceren ze zelf veel minder stuifmeel. Je hoeft ze als hooikoortspatiënt dus niet eens te plukken om er profijt van te hebben. De kleverige ogentroost stond niet zoals de orchideeën op het wensenlijstje van de natuurontwikkelaars maar is toch spontaan gekomen. En kijk eens wat een prachtige kaarsjes van gele bloemen: de bonusplant van de Groene Grens.
Tekst en foto’s: Henk Kloen. Zie ook