Maaibeleid in de hooilanden

De Binnenveldse Hooilanden dankt zijn historische naam aan het jaarlijks hooien van het gras. In vroeger tijden was het maaien van het gewas in dit natte gebied slechts mogelijk aan het einde van de droge zomerperiode. Met de aanleg van het natuurgebied zijn die praktijken weer teruggebracht. Ook aan het einde van de komende zomerperiode zal er weer veel maaiactiviteit zijn op de verschillende percelen. Vanuit onze achterban krijgen we regelmatig vragen over het maaiwerk. Daarom dit artikeltje waarin we nader ingaan op het maaiwerk bij de verschillende beherende partijen.
De basis van het maaiwerk ligt vast in het beheerplan dat de drie gebiedseigenaren (Mooi Binnenveld, Coöperatie Binnenveldse Hooilanden, Staatsbosbeheer) en het waterschap gezamenlijk opstelden. Dit beheerplan wordt overigens eind van dit jaar/begin volgend jaar geactualiseerd. In het huidige beheerplan gaan we uit van zogenaamd ‘overgangsbeheer’. Dit is het beheer dat in de eerste jaren na het inrichten van het gebied plaatsvindt met het oog op de beoogde eindsituatie.
De belangrijkste maatregel voor het optimaal ontwikkelen van de vegetatie in het gebied is het zogenaamde verschralingsbeheer. Dit gebeurt in de vorm van maaien en afvoeren van de biomassa. Deze neemt door groei onder andere fosfaat en stikstof op uit de bodem. Deze resterende nutriënten verdwijnen uit het ecosysteem door het maaien en het afvoeren van de biomassa. Hier ligt een optimalisatie optie. Verschraling kan op het moment dat planten uitgebloeid zijn en de voedingstoffen nog niet terug naar het wortelstelsel zijn gevoerd. Dit vraagt dus om meer maatwerk. Hierbij maai je specifiek die delen waar de vegetatie is uitgebloeid (kleinschalig maaiwerk). Dit brengt uiteraard wel hogere kosten met zich mee.

De grootste oppervlakten in het gebied zijn de afgeplagde (ontgraven) terreindelen. Een groot deel van die afgeplagde percelen zijn erg laag en nat (kwel). Voor die delen zijn de hoogste natuurdoeltypen beoogd (trilveen, blauwgrasland). Dit is in ieder geval nagenoeg het hele gebied wat in eigendom is van Mooi Binnenveld. De afgeplagde terreindelen van Staatsbosbeheer (SBB) en de Coöperatie Binnenveldse Hooilanden (CBH) zijn doorgaans wat droger (met uitzondering van de Bennekomse Meent). Op deze terreindelen zijn nat schraalland, blauwgrasland en vochtig hooiland als natuurdoeltypen voorzien. Het maaibeheer is voor de diverse terreintypen ook verschillend. Dit heeft onder andere te maken met de draagkracht van de bodem, met productie van biomassa en met het moment van zaadval van verschillende plantensoorten.

Lees hier het volledige maailbeleid artikel