In 2020 en 2023 keek ik, Maurice Franssen, samen met André Nagelhout naar nachtvlinders in de zuidelijke Groene Grens, en we zetten dat onderzoek voort in 2024. Dit deden we door de vlinders te lokken met sterke lampen die we voor een wit laken hingen. Ook met een klein valletje met TL-buisjes en met stroop die we op bomen smeerden. Elke methode levert in principe andere soorten op dus ze vullen elkaar aan. Het is nodig om dat een aantal jaren achter elkaar te doen omdat iedere soort zijn eigen vliegtijd heeft. Hierdoor zouden soorten gemist kunnen worden. Bovendien willen we onderscheid maken tussen zwervers en soorten die hier gevestigd zijn.
In 2024 keken we 15 maal naar nachtvlinders in het gebied, in de periode januari-november. In totaal zagen we in de jaren 2020, 2023 en 2024 inmiddels 400 soorten. Hiervan vonden we 223 soorten in meer dan 1 jaar, wat duidt op een populatie. In 2024 zagen we 67 nieuwe soorten. Een paar soorten lichten we hierbij uit.
De Rietluipaard (zie hiernaast) is een soort die gebonden is aan riet en die maar weinig vindplaatsen heeft in Gelderland. Eerder namen we al enkele mannetjes waar, maar dit jaar zagen we ook vrouwtjes. Dat zijn slechte vliegers dus dat is het definitieve bewijs dat deze opmerkelijke soort hier een populatie heeft.
Een interessante nieuwe soort is de zeldzame Roodbruine lijnbladroller (zie boven). Andere soorten zijn officieel “nieuw voor het gebied” maar zagen we hier nog niet eerder. Ook omdat er in 2020 en 2023 niet geïnventariseerd is in hun vliegtijd. Een voorbeeld is de Kleine wintervlinder, waarvan we ongeveer 175 mannetjes en 4 vrouwtjes zagen op en rond de Wilgenlaan op 28 november. Voor een langer verslag en soortenlijst klik hier. Het onderzoek wordt in 2025 afgerond.
Tekst: Maurice Franssen
Foto’s: Jeroen Noordhoek (Rietluipaard), André Nagelhout (Roodbruine lijnbladroller)
